Thai Cinema


Ong-Bak R2 Nl (Dutch Subtitles) - Pinkaew, Prachya
Releasedatum: 25 augustus 2005
In een klein dorpje ergens in Thailand woont Boon Ting (Tony Ja). Al jaren krijgt hij op traditionele wijze les in het Thai boksen. Zijn talent is eindeloos en het verbaast dus ook niemand dat hij tijdens een feest de kampioen van de regio wordt. Ook het geloof speelt een grote rol en het dorp en al zijn inwoners wordt beschermt door een eeuwen oud boeddha beeld genaamd 'Ong bak'. Don (Wannakit Siriput), één niet veel voorstelende gangster uit de grote stad wil Ong bak kopen voor zijn baas om indruk te maken. Natuurlijk gaat de priester van de tempel hier niet mee akkoord en stuurt Don weg. Om niet met lege handen terug te komen steelt Don, 's nachts, het hoofd van het beeld. De volgende ochtend is het hele dorp in rep en roer. Mensen zijn bang dat zonder Ong bak hun een leven vol met ongeluk ten deel zal vallen. Iemand moet het beeld terug halen en logischerwijs valt de keuze natuurlijk op Boon Ting. De jongen accepteert zijn taak plichtsgetouw en maakt zich klaar voor de reis naar de grote stad. Als hij daar aan komt gaat hij op zoek naar HumLae (Petchtai Wongkamlao), een oude dorpsgenoot. Deze is niet erg blij hem te zien. HumLae steelt eerst zijn geld en probeert daarna de jongeman van zich af te schudden. Maar Boon Ting geeft niet makkelijk op en volgt Humlae naar een gebouw waar gevechten georganiseerd worden. Al snel staat Boon Ting midden in de ring en zit er niks anders op dan te vechten. Met gemak verslaat hij de kampioen en vertrekt even snel als hij kwam. Het noodlot wil alleen dat hij hoe dan ook meer met deze plek te maken zal gaan krijgen voordat hij Ong bak terug kan vinden. De opening scène van de film laat direct zien dat het hier niet om halve maatregelen gaat. Een boom te midden van een open veld en een man of dertig klaar om de strijd aan te gaan. Het doel is een vlag. Deze vlag bevindt zich boven in de boom en moet bemachtigd worden. Wat naar boven gaat moet natuurlijk ook naar beneden met de ene keiharde valpartij na de andere als gevolg. Dit zal meteen bij iedereen de associatie met de openingsscène Jackie Chan's 'Dragon lord' oproepen. Helaas heeft deze scène niet dezelfde geweldige choreografie en opbouw. Maar de stunts en valpartijen zijn wel van het zelfde niveau. Je kan duidelijk zien dat iedereen er voor de volle honderd procent voor gaat en niet bang is om te vallen. Tony Ja heeft dus een heel team van stuntmannen achter zich die nergens bang voor zijn. Er wordt dus al geroepen dat er met Tony Ja eindelijk een waardige opvolger voor Jackie Chan is gevonden. Wat mij betreft is dit ook zo, ook al is Tony Ja natuurlijk geen exacte kopie van Jackie Chan. Hij heeft zijn eigen stijl en deze is harder en een stuk directer. Als stijl gebruikt hij natuurlijk Thai boksen, met de nodige knietjes en ellebogen naar het hoofd. Iedere klap is pijnlijk hard en ook echt raak. In zijn bewegingen is hij wat variatie betreft wat beperkter iets wat hij met zijn uitstraling en gratie meer dan goed maakt. Ik weet bijna zeker dat iedereen in deze tijd toch wat meer op deze directe en toch mooie manier van vechten zit te wachten. Zijn achtervolgingsscènes werken goed met de omgeving, maar zijn bewegingen zijn een stuk minder compact dan die van Jackie Chan. Hij heeft dus wat meer ruimte nodig. Toch ziet alles er even verbazingwekkend uit en komt het over alsof het voor hem niet bijzonders is. Maar genoeg Jackie Chan vergelijkingen, want Tony Ja is een op zichzelf staand fenomeen. De manier waarop hij de stad gebruikt ligt erg in dezelfde lijn als een skateboard-of andere extreem sport video. Salto's tussen twee glazen platen door of zijn sprongen over auto's zorgen ervoor dat je met open mond zit te kijken. 'Ong bak' bouwt na de geweldige openingsscène wat traag op. Er volgt een introductie van de hoofdrol spelers die erg belangrijk voor het verhaal is, maar nog niets aan actie laat zien. Het duurt ongeveer vijfendertig minuten voordat we Tony Ja echt in actie zullen zien. En vanaf dan gaat de film aan een stuk door. Gevechten, achtervolgingen te voet met extreme stunts en achtervolgingen met brommertaxi's wisselen elkaar in hoog tempo af. Vooral de laatste zorgt voor een stukje humor, want het is geen gezicht hoe deze taxi's achter elkaar aan racen. Verder wordt de humor vooral verzorgd door Petchtai Wongkamlao. Hij is een soort sidekick van Tony Ja, die er voor zorgt dat het geheel lekker luchtig blijft en makkelijk weg kijkt. De grappen zijn vrijwel hetzelfde als in Hongkong films en hangt dus tegen het flauwe aan. De opbouw van de film zie je ook nog mooi terug in de gevechten. In het begin vecht Tony Ja heel verdedigend en hoe verder we de film in komen hoe aanvallender het wordt. De gewelddadigheid neemt hierdoor ook toe en neemt tegen het einde redelijk extreme vormen aan. Ik moet wel zeggen dat het eerste gevecht hierdoor mijn voorkeur heeft, want deze is toch wel het meest stijlvol. 'Ong bak' zorgt absoluut voor een heerlijk frisse wind door het genre en laat je schreeuwend om meer achter. En dit is vooral omdat alles gedaan is zonder hulpmiddelen of touwtjes. Het gaat hier dus echte vaardigheden iets wat zelfs Jackie Chan vandaag de dag niet meer laat zien. Bron: http://www.kungfufilms.nl

DVD Extra's:
Achter de schermen. Interview. 'Getting to Know the Ancient Art' featurette. Easter egg. 3d animatie. Alternatief einde. Verwijderde scènes. Casting en audities. Demo scènes. En meer.



Thai Cinema Archief

Nieuwsbrief Inloggen Bestellen Contact Over ons Winkelwagentje